Lambdawaarde
Het belangrijkste en voor de hand liggende voordeel van PUR-schuim is zijn hoge isolatiewaarde. PUR draagt een HR-label en heeft een lage lambdawaarde (vanaf 0,025 W/mK). Hoe lager de lambdawaarde, hoe beter een materiaal warmte isoleert. "Dit maakt gespoten PUR een heel efficiënte isolatie, in combinatie met de zeer goede luchtdichtheid en de naadloze aansluitingen," getuigt De Meersman. "Hierdoor worden de energie-efficiëntie en de klimaatscore van het ermee behandelde gebouw erg hoog. Slechts weinig andere isolatiematerialen kunnen – met dezelfde dikte – een betere lambdawaarde voorleggen. Glaswol en steenwol halen meer dan 0,040 W/mK, cementgebonden isolerende mortels op basis van EPS-bolletjes (geëxpandeerd polystyreen) 0,050 tot 0,120 W/mK."
Drukvastheid
De Meersman wijst eveneens op de hoge drukvastheid. "Afhankelijk van de densiteit van het schuim zien we drukvastheden van meer dan 200 kPa (2 kg/cm² of 20 ton/m²). "Verder heeft PUR-schuim een zeer korte uithardingstijd, zodat de bouwheer bij de verwerking veel tijd kan besparen. In de meeste gevallen kan al de volgende dag de chape worden aangebracht. "Daarnaast brokkelt PUR-isolatie niet af en zet het uit noch krimpt het. Bovendien is het vochtbestendig."
Ecologische voetafdruk
"De toepassingen worden almaar verder verfijnd," aldus De Meersman. "De laatste jaren verliep de ontwikkeling ervan sterk milieugericht. Zo was er de invoering van hydrofluoro-olefin (HFO). HFO is minder milieubelastend dan eerdere blaasmiddelen, met als groot voordeel een lagere CO2-uitstoot. Het gebruik van 'groene' polyolen op basis van plantaardige oliën resulteerde in een sterke verlaging van het broeikaseffect.
"De grondstoffen voor isolatie met gespoten PUR zetten na verwerking op de bouwplaats uit, tot 35 keer hun oorspronkelijke volume. Vergeleken met niet-schuimende materialen betekent dit dat er veel minder materiaal naar de bouwplaatsen moet worden vervoerd. Dit draagt bij aan een betere ecologische voetafdruk en het behalen van certificaten met een ecologisch aspect, zoals Breeam."
Certificatie
De Meersman waarschuwt voor leveranciers die het niet nauw nemen met de regels. "Ze versturen dan speciaal geprepareerde monsters naar de keurings- en certificeringsinstanties. Het materiaal dat uiteindelijk op de vloer wordt aangebracht is helaas van een andere, veel lagere kwaliteit."
Voor ter plaatse gespoten polyurethaanschuim bestaan er twee Europese productnormen. Norm NBN EN 14315-1 geldt als basis voor de CE-markering, NBN EN 14315-2 omschrijft de specificaties voor het geïnstalleerde product. Naast deze beide referentiedocumenten zijn er een aantal BCCA-certificaten voor de grondstoffen, technische goedkeuringen (ATG) voor het polyurethaanschuim en bekwaamheidscertificaten voor de installateurs.
"De producten die wij gebruiken zijn ATG-gecertificeerd," onderstreept De Meersman. "Het WTCB voert het hele jaar door controles uit op onder meer stabiliteit, drukvastheid en uiteraard isolatiewaarde. Op een jaartotaal van circa 30.000 woningen in België worden er bij het WTCB gemiddeld vijftien probleemvloeren gemeld. De problemen blijken vooral het gevolg te zijn van constructiefouten in de vloer en chape. Voorbeelden zijn een te snelle droging van de chape, te snel betegelen, slechte plaatsing van de randisolatie en het ontbreken van dilatatievoegen. Zowel het WTCB als Universiteit Gent hebben hierover onderzoek uitgevoerd." Het aanbrengen van PU-schuim in vloerisolatie is geen klus voor doe-het-zelvers. Wanneer het verkeerd wordt aangebracht kan het door intensieve belasting vervormen. Ook ongepaste uitvoeringsomstandigheden op de bouwplaats kunnen het eindresultaat sterk beïnvloeden.
Gezondheid
Recent concludeerde een onderzoek door de Nederlandse Gezondheidsraad dat er bij correct gebruik geen isocyanaten en polyolen vrijkomen uit uitgehard PUR-schuim. Sommige katalysatoren, de blaasmiddelen en vlamvertragers blijven in het schuim aanwezig en komen, ook uit goed uitgehard schuim, in de loop van de tijd wel langzaam en in hele lage concentraties vrij. Er werden echter voor deze stoffen geen overschrijdingen van gezondheidskundige advieswaarden vastgesteld in de binnenlucht van de onderzochte woningen.